Subacromiaal pijnsyndroom (impingement)

Pijnklachten onder het schouderdak met pees- en slijmbeursontsteking in de schouder

Het Sub Acromiale Pijn Syndroom (SAPS) is één van de meest voorkomende vorm van schouderklachten met een incidentie van ± 23 op 1000 mensen per jaar, bij vrouwen meer dan bij mannen. Hoofdzakelijk treedt dit op vanaf ongeveer 40 jaar. Dit suggereert dat veroudering een oorzaak kan zijn. Indien er geen achterliggende oorzaak is spreken we een van primaire klacht. Naar mate er meer kennis komt omtrent de schouder wordt steeds meer duidelijk dat in zeer veel gevallen SAPS een onderdeel is van een uitgebreider schouderprobleem. Vaak is het een gevolg van een andere oorzaak. We spreken dan ook van een secundaire klacht. 

Deze oorzaken kunnen zijn: verstoring van het bewegingspatroon van de schoudergordel, zoals van het schouderblad (dyskinesie), (geringe) instabiliteit, SLAP lesie, kapselschrompeling, overbelasting e.d..

Bij het subacromiale pijnsyndroom is er pijn door ontsteking van de slijmbeurs (bursa) en de pezen van de schouder (rotator cuff en eventueel de lange bicepspees). Door de zwelling wordt de ruimte tussen de kop en het bot van het schouderdak (het acromion) onvoldoende en klemmen de weke delen in tussen de harde botten van kop en schouderdak. Met name bij het zijwaarts heffen van de arm zal er inklemming van pezen en slijmbeurs optreden, met als gevolg toename van zwelling en pijn. In het beginstadium is er sprake van een acute slijmbeursontsteking. In chronische gevallen raken slijmbeurs en de onderliggende pezen blijvend ontstoken. 

In het verleden werd door de orthopedisch chirurgen Neer en Bigliani gedacht dat de vorm van het schouderdak de oorzaak was van het inklemmen van de slijmbeurs en pezen. Bij mensen waarbij de onderkant van het schouderdak vlakker was zou er minder vaak slijmbeurs- en peesproblematiek optreden. Tegenwoordig wordt dit niet meer als primaire oorzaak van dergelijke schouderklachten gezien. Wel blijkt uit recente studies dat er een relatie bestaat tussen de bouw van het schouderdak wat betreft de breedte. Er is een relatie tussen de breedte van het acromion en het optreden van ontsteking en peesscheuren. (Balke et al. Acta Orth 2013;84(2):178-183)

Klachten

De klachten bestaan uit pijn die u 's nachts uit de slaap kan houden en die verergert bij bewegen (met name heffen en reiken) van de arm. Draaien van de arm in zijwaarts geheven stand geeft pijn (painful arc). Vaak is er uitstraling naar de nek, de bovenarm, de elleboog of de hand en zijn er tintelingen in de hand. Bovenhoofdse werkzaamheden verergeren de klachten. De pijn wordt met name ervaren in de bovenarm.

Bij bovenhandse sporters wordt nog een andere (en normaliter weinig voorkomende) vorm beschreven, het zogenaamde posterieure of wel internal impingement. Hierbij klemmen de pezen en de slijmbeurs niet aan de voorkant onder het acromion in, maar ten gevolg van explosieve of repeterende schouderbewegingen, zoals werpen van een bal, kan beschadiging van het labrum of een (kleine) scheur in de pezen van de rotator cuff optreden aan de achter-bovenzijde van de kom (het glenoid). 
De klachten en behandeling waarover geschreven wordt op deze pagina gaan over de vaak voorkomende subacromiale pijnklachten aan onder-voorzijde van het schouderdak (het acromion). 

Stellen van de diagnose

Op grond van de anamnese en het lichamelijk onderzoek kan de diagnose gesteld worden. Op een röntgenfoto kunnen kalkafzettingen de diagnose aannemelijk maken. De kalkafzetting in de pezen is een gevolg van de peesontsteking. Verder onderzoek, zoals een MRI of ECHO, helpen echter niet bij het stellen van de diagnose. Alleen indien een ruptuur van pezen of het kraakbeen wordt vermoed, helpt zo'n onderzoek bij het aantonen of uitsluiten van dergelijk letsels.

Behandeling

Een acute slijmbeurs-ontsteking (acute bursitis) geneest meestal vanzelf door middel van rust en ontstekingsremmende medicatie (NSAID). Ook een ontsteking-remmende injectie met cortison in de slijmbeurs is vaak zeer effectief. De injectie kan een keer herhaald worden.

Een chronische ontsteking kan op lange termijn (1 jaar) vanzelf weer verdwijnen. Rust, medicijnen of een injectie kan helpen deze periode door te komen. Helaas geeft afwachten niet de garantie dat de klachten verdwijnen, omdat vrijwel altijd het bewegingspatroon van de schouder verstoord is geraakt en de ontsteking zichzelf als het ware onderhoudt. 
Een voorbeeld hiervan zijn de slijmbeursklachten bij werpsporters (pitchers/ volleyballers/ tennissers). Bij hen kan er t.g.v. de herhaalde werpbewegingen een verkorting van het achterste kapsel optreden. De slijmbeurs kan dan chronisch geirriteerd blijven. Gerichte fysiotherapeutische behandeling kan dit vaak goed verbeteren. Zie: Werpschouder / GIRD.

De eerste keus in de behandeling van SAPS-klachten is gerichte fysiotherapie. Een goede analyse van de bewegingsketen en een juiste fysiotherapeutische behandeling kan bij veel mensen het bewegingspatroon van de schoudergordel herstellen en daardoor de klachten doen verbeteren.

Op het plaatje links zijn de spieren te zien die allen betrokken zijn bij het optimaal bewegen van de schouder.


Verstoring van het bewegingspatroon kan leiden tot slijmbeursklachten. Fysiotherapie kan sterk bijdragen aan het herstel van het bewegingspatroon.

Een injectie kan zinvol zijn ter ondersteuning van fysiotherapie. Doordat de pijn tijdelijk minder is, is de fysiotherapeut beter in staat de schouder te behandelen. Wanneer de klachten blijven terugkomen, heeft het herhalen van injecties geen toegevoegde waarde.

Barbotage (kalk in de pees)

Door de tendinitis kan er kalkneerslag in de pees ontstaan. Deze verkalkingen zijn meestal dermate klein dat ze geen invloed hebben op de schouderklacht en behoeven daarom geen behandeling. Soms is de kalkmassa dermate groot dat de inklemming hierdoor verergerd wordt. Wegspoelen van de kalk met vloeistofinjecties onder ECHO- of röntgencontrole (zgn. barbotage) kan dan uitkomst bieden. Veel mensen ervaren barbotage met name in de eerste twee weken als erg pijnlijk. Goede pijnstilling wordt aangeraden.

In het verleden is samen met het LUMC een studie gedaan naar de effectivitieit van barbotage. Hieruit blijkt dat barbotage in zeer veel gevallen succesvol is. Na de (pijnlijke) behandeling neemt de pijn af en de score toe. Wel treedt vaak een tijdelijke dip op in het herstel rond 2 á 3 maanden na de behandeling. In de grafiek rechts is het herstel na barbotage te zien (blauwe lijn), waarbij na 3 maanden een duidelijke stijgende lijn te zien is wat betreft de score.
Interessant is te zien dat wanneer alleen een hormooninjectie in de slijmbeurs wordt gegeven, de klachten tijdelijk verbeteren, maar na 3 maanden weer terugkomen (groene lijn). 
Klik hier voor meer informatie over deze studie

Foto's onder:
Voorbeeld van succesvolle barbotage:  
links: forse verkalking onder het schouderdak; midden: foto na 8 weken (duidelijke afname/resorptie; rechts: na een half jaar zijn de verkalkingen verdwenen.

Barbotage kalk calcificatie


Plaatjes onder
:
Beeld tijdens kijkoperatie: schouder met forse verkalkingen in de supraspinatuspees. De kalk komt uit de pees te voorschijn bij het aanprikken met een naald. De kalkmassa kan bij de operatie direct worden weggezogen.

          
 
 
 


Operatie

Subacromiale decompressie, bursectomie, Neerplastiek


De operatie voor slijmbeursklachten heet een zogenaamde decompressie. Door de Amerikaanse orthopedisch chirurg Charles Neer werd in de jaren 70 het impingement syndroom en de "bijpassende" operatie beschreven. Het idee achter deze operatie is dat het inklemmen van de slijmbeurs en de pezen van de rotator cuff verholpen kan worden door het maken van meer ruimte door de slijmbeurs te verwijderen (bursectomie) èn door van de onderkant van het schouderdak (acromion) bot weg te halen. De gedachte was dat de klachten veroorzaakt worden door een afwijkende vorm van de onderkant van het schouderdak was en dat correctie daarvan het probleem oploste.
Uit studies is echter gebleken dat dit idee niet klopt en dat het ontstaan van dergelijke schouderklachten te maken heeft met verstoring van het bewegingspatroon en een veranderende samenwerking van spieren rond de schouder wanneer mensen ouder worden. Dat kan ook verklaren waarom het subacromiaal pijnsyndroom vaak op wat oudere leeftijd wordt gezien.
Er is in de regel geen indicatie voor dergelijke operaties bij subacromiale pijn. Uitzonderingen zijn gevallen waarbij er sprake is van letsel van de pezen van de rotator cuff aan de slijmbeurszijde (bursale cuff lesie). 

Bij een operatie is het doel meer ruimte te maken voor de pezen van de rotator cuff. Dat kan bereikt worden door het verwijderen van een verdikte slijmbeurs (bursectomie) en het losmaken van het ligamentum coracoacromiale, een bandje aan de voorzijde van het schouderdak dat soms onder het schouderdak doorloopt met een forse verdikking. Het verwijderen van bot is niet nodig wanneer het schouderdak aan de onderzijde vlak is.
Decompressie wordt altijd via een kijkoperatie verricht.

Nabehandeling

De kijkoperatie wordt via een paar wondjes verricht. Het wondbed in de ruimte onder het schouderdak is echter groter dan van buiten af te zien is. Na de operatie mag u direct bewegen, maar men dient zich te realiseren dat het wondbed tijd nodig heeft om te genezen. Mensen merken in de eerste weken vaak al een verbetering van het oude schouderprobleem. Helaas treedt bij een aantal na ongeveer 6 weken een tijdelijke verslechtering op met toename van pijn en stijfheid van de schouder. Een goede verklaring is hiervoor niet. Na een half jaar zijn de klachten in de regel verdwenen.
Fanatiek oefenen gedurende de eerste 2 maanden wordt afgeraden om irritatie van het genezende wondbed te vermijden, fysiotherapeutische medebehandeling wordt aanbevolen.

Risico's / complicaties

Het risico op complicaties bij dergelijke operaties aan de schouder is gelukkig klein (<1%). Dit kunnen zijn: infectie, bloeding, voorbijgaande zenuwirritatie en algemene risico's. Zoals boven beschreven duurt de revalidatie lang en blijft de slijmbeurs lang pijnlijk. Een aantal mensen ervaart na 2 maanden een tijdelijke verslechtering. In ongeveer 10% van de gevallen kan er dan zelfs sprake zijn van een capsulitis waarvoor eventueel een intra-articulaire injectie wenselijk is.

Meer informatie
Laatst bijgewerkt op: 18-03-2024
Contact opnemen

Alrijne en Rijnland Orthopaedie

Lees meer

Laatste nieuwsberichten:

Meer nieuws
Subacromiaal pijnsyndroom (impingement)
Subacromiaal pijnsyndroom (impingement)
Locatie Leiden
Neem contact op
Subacromiaal pijnsyndroom (impingement)
Locatie Leiderdorp
Neem contact op
Subacromiaal pijnsyndroom (impingement)
Locatie Alphen aan den Rijn
Neem contact op
Akkoord
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren en statistieken bij te houden.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.