Operatieve behandeling van heupslijtage
Wij onderscheiden de heupkopsparende, de deels heupkopsparende operaties en heupkop vervangende operaties.
Heupkopsparende operaties
Tot de heupkopsparende operaties rekenen wij de osteotomiën van het dijbeen onder de heupkop (osteotomie betekent letterlijk het doorzagen van bot). Normaal bedraagt de hoek tussen de heupkop en het bovenbeen ongeveer 128 graden. Bij een te steile hoek, dus groter dan 128 graden wordt het dijbeen doorgezaagd waarna er een klein wigje bot wordt uitgenomen zodat de hoek 128 graden bedraagt. Vervolgens worden dan met een stalen hoekplaat en schroeven de twee botdelen weer aan elkaar vastgezet. De patiënt mag niet direct belasten, maar moet enkele maanden met krukken aantippend belast lopen.
Men moet wachten met volledige belasting tot dat het bot volledig is aangegroeid.
Het zal duidelijk zijn dat bij mensen met heupklachten waarbij een te kleine hoek aanwezig is, de heupkop door een osteotomie opgericht kan worden tot de normale waarde, waarna weer vastzetting met plaat en schroeven.
Als derde optie kennen wij de McMurray verschuivingsosteotomie. Hierbij wordt het dijbeen onder de heupkop vrijwel horizontaal doorgezaagd, vervolgens wordt het dijbeen enkele millimeters naar binnen geschoven waarna de botten weer aan elkaar worden vastgemaakt met een stalen hoekplaat en schroeven.
Nadelen van deze osteotomieën:
- Er moet een niet te ernstige vorm van artrose zijn.
- Er moet nog een redelijke beweeglijkheid zijn van het gewricht.
- De gewenste hoek wordt niet altijd bereikt.
- Soms treden er bij de operatie afwijkende rotatiestanden op waardoor het been te veel naar binnen of naar buiten gedraaid kan komen te staan.
- Het effect is niet goed voorspelbaar, bijvoorbeeld pijn en manken kunnen blijven bestaan.
- Er bestaat de kans op het niet aan elkaar groeien van het dijbeen en de heupkop.
Om deze reden zien wij, zeker gezien de goede resultaten van de totale heupoperatie, steeds minder van deze operaties verricht worden.
Deels heupkopsparende operaties
Tot de deels heupkopsparende operaties rekent men de cuparthroplastiek, dit is een stalen helm gelijkende prothese die over de heupkop wordt geschoven. Nadeel is dat deze prothese tegen het resterende kraakbeen van de kom beweegt, soms los gaat zitten en dat onder de prothese weefselversterf van de heupkop kan optreden.
Een alternatief is de resurfacing prothese waarbij een op een helm lijkende prothese met botcement op de eigen heupkop geplaatst wordt en er tevens een stalen kunstkom in de eigen bekkenkom wordt gecementeerd. Omdat er geen pen in het bovenbeen geplaatst wordt lijkt deze methode minder ingrijpend, er zijn echter toch de nodige nadelen. (zie ook: "veelgestelde vragen")
Nadeel van deze operatie is dat:
- Er ontstaat veel ijzerslijpsel in het lichaam (omdat er een metalen kop in een metalen kom beweegt) met een verhoogde kans op nierziekten in de verdere toekomst.
- Er ontstaan door het bewegende metaal-metaal contact veel ijzerionen in de heup en het lichaam waarvan de (bij)werking op lange termijn niet bekend is.
- Ook is onduidelijk of toch op den duur niet opnieuw weefselversterf onder deze prothese optreedt, zoals wij dit kennen uit het verleden, toen ook een periode met deze prothesetechniek geëxperimenteerd werd en het na een aantal jaren geen succes bleek.
Heupkop vervangende operaties
Indien de heupkop vevangen moet worden zijn we aangewezen op het plaatsen van een heupprothese.
Zie verder onder prothese.